De wielmaat 29 inch is in enduro- en downhill-land bezig aan een forse opmars. Dat je bij een XC-fiets  kiest voor de grootste wielmaat, is al jaren een no-brainer, maar bij het toepassen van big hoops op een enduro-bike met 150 mm+ veerweg, komen toch andere dingen om de hoek kijken. Kortgeleden werd de Cannondale Jekyll 29 gelanceerd,  de 29 inch versie van het populaire Jekyll enduro- en allmountain-platform van deze Amerikaanse fietsgigant… en o boy, wat waren wij snel bezeten van deze absolute killer-bike!

VERTROUWEN MET EEN GROTE V

Kort door de bocht genomen is de stap van de Jekyll 27.5 (ook gewoon leverbaar in 2018/2019!)  naar de 29-versie geen hele grote ommezwaai. Als we de geometrie van beide modellen vergelijken, dan zien we dat het fraaie Ballistec Carbon frame eigenlijk vrijwel dezelfde waarden heeft: 65 graden balhoofdhoek en 75 graden zitbuishoek. De chainstay-lengte is met ongeveer 2 cm toegenomen om de grote wielen te kunnen herbergen, maar met 442 mm is de achterkant nog steeds extreem kort. Verder is de wielbasis vanzelfsprekend ietsje toegenomen, maar ook die waarden zijn niet extreem veel groter. Interessant is dat ondanks de behoorlijk luie balhoofdhoek de fiets erg prettig stuurt. Vaak heb je bij fietsen met een balhoofdhoek van 66 graden of minder het gevoel dat de fiets echt ‘in de bocht valt’ , maar niets van dat alles bij de Jekyll 29.

Op een of andere manier krijg je op d Jekyll 29 direct vanaf de eerste meters het gevoel dat de complete geometrie van voor tot achter klopt. Wij hadden binnen een paar minuten een vertrouwd gevoel op de fiets en durfden voor ons doen veel harder en ruiger over bepaalde trailsecties te rijden dan we met een willekeurige andere bike zouden doen.  De bike straalt ook een soort vertrouwen en superioriteit uit waardoor je gewoon meer kunt en meer durft. Top gedaan door de ingenieurs van C’dale!

VEERSYSTEEM OP EENZAME HOOGTE

Natuurlijk kregen wij van Cannondale het topmodel Jekyll 29-1 mee en de afmontage op die fiets is boven elke twijfel verheven. De  superieure 150 mm Fox Factory 36 voorvork en de al even fraaie Fox Float Factory DXP2 EVOL -achterdemper met het Gemini-systeem maken mission impossible gewoon possible.  Het Gemini-systeem wordt bediend door een klein hendeltje onder het stuur waarmee je de veerweg van 120  mm (Hustle-modus) naar 150 mm (Flow-modus) kunt omschakelen. Bij de 120 mm wordt niet alleen de veerweg korter, maar verandert er ook iets aan de compressie in de luchtkamer. Resultaat: de demper blijft hoger  in de veerweg staan waardoor de bike simpelweg beter klimt. Als het voorwiel eenmaal richting afdaling staat, gooi je de flow-modus erop en dan resteert niets anders dan pure flow-heaven: super soepel aansprekende vering, grote en kleine hobbels worden moeiteloos geabsorbeerd en toch blijft de fiets levendig en zeer wendbaar aanvoelen. Zo hoort vering te werken!

DROOM-AFMONTAGE

Er zit allerlei interessante en gepatenteerde techniek op de fiets zoals de Ai (Asymmetric Integration) aandrijflijn waardoor de hele drivetrain een paar millimeter naar buiten geplaatst is. Dat levert ruimte op voor superkorte achtervorken (dus wendbaar en heerlijk klimmen) en bredere banden (dus grip, comfort en vertrouwen). A propos banden: op onze testbike zat een dikke 29 x 2,5 Maxxis Minion DHF voorband en een DHR II 2,4 inch achterband. Steeds meer fabrikanten kiezen ervoor  om het voorwiel van breder rubber te voorzien dan achter en daar is veel voor te zeggen als het gaat om extra grip aan de voorzijde en een kleine gewichtsbesparing aan de achterzijde.

De verdere afmontage van de fiets laat ook weinig ruimte voor discussie, hoewel…. De Sram XO1 Eagle 1×12-speed aandrijflijn en de hele fraaie Fox Transfer Dropper zadelpen staan boven elke twijfel. De Sram Code RSC remmen deden het tijdens onze korte testrit uitstekend en vertraagden als een beest. Ze krijgen wat ons betreft vooralsnog het voordeel van de twijfel (wij zijn geen hele grote fans van Sram-remmen die ons op diverse andere testfietsen de laatste jaren net even te vaak in de steek lieten om het ‘exemplarisch’ te noemen). Overigens is het een goede zaak dat steeds meer fabrikanten – en  gelukkig ook Cannondale – overstappen 200 mm (Sram), 203 mm (Shimano en anderen) of 205 mm (Hope) schijven in het voorwiel. Iets grotere schijven komt de doseerbaarheid, maximale remkracht, blokslijtage en hitte-afvoer in alle opzichten ten goede.  Een klein zorgenpuntje vonden we de bidonhouder. Cannondale gaat er prat op dat dat ze een long-travel bike hebben ontwikkeld waarin gewoon een bidon in de hoofddriehoek past. Dat is uiteraard een positief punt, maar voor de praktische bruikbaarheid verwijzen we even naar onze onderstaande First ride-video die we van de Jekyll 29 maakten.  Het was wellicht beter geweest standaard een sidecage-bidonhouder (opening aan de zijkant) te monteren die hopelijk het probleem oplost.

 

En voor de rest? We rest our case! Wij kunnen er  nog van alles over roepen maar we hebben slechts een aanbeveling: ga gewoon naar een Cannondale-dealer of een demo-dag van Cannondale want dit is zo’n fiets die je gewoon zelf geprobeerd moet hebben. Wat ons betreft kwamen we duimen te kort om deze fiets de credits te geven die hij verdient. The final verdict? An absolute killer-bike!  Alle informatie over uitvoeringen van de Jekyll 29 en de prijzen vind je via deze link op de site van Cannondale.