De herfst is in volle gang. Na de kleurenpracht en relatief aangename temperaturen van de afgelopen weken, lijkt nu vooral het donkere en natte aspect van de herfst de overhand te krijgen. Mountainbikers zijn echter een toegewijd volkje dat zich niet zomaar laat afschrikken door een beetje extra vocht. Wat kun je doen om je wet rides zo aangenaam mogelijk te maken?
1. Let op de ondergrond waar je gaat rijden
Op laaggelegen kleibodem loopt het water vaak slecht weg. Als je daar gaat rijden zul je al snel diepe sporen trekken in de ondergrond. Dat vinden de lokale trailbouwers niet altijd leuk. Ook kan de vele modder letterlijk een vette aanslag zijn op je materiaal. Rijden op hoger gelegen zandpaden is een oplossing, maar ook daar zul je door de zachte zandbodem vaak sporen trekken. Wij zijn weliswaar een voorstander van #trailrespect, maar aan de andere kant praten we hier wel over mountainbiken en dat betekent dat een beetje bagger en zware trails er nu eenmaal bij horen in de winter. We hoeven ook niet overal super flowy trails te hebben! Heb je gravelwegen of verharde schelpenpaden bij jou in de buurt liggen, dan zijn dat goede alternatieven als je toch bij extreem nat weer wilt rijden. Bovendien is het rijden op iets minder uitdagende paden en trails helemaal niet erg. Je blijft dan namelijk constant in beweging zodat je minder afgeleid raakt door het slechte weer. Denk aan de waterhozen bij diepe plassen, afstappen omdat de klim te steil is en je banden te weinig grip hebben. Gewoon lekker de pedalen draaien en je raakt vanzelf in een flow als je de regen op je capuchon hoort tikken.
2. Zoek de luwte op
Een route door het bos geeft je bij slecht weer net iets meer bescherming dan een toer waarbij je door het open veld of in de duinen vol in de wind moet rijden. Het bos werkt als een soort natuurlijke paraplu en houdt je ietsje droger. Bovendien heb je niks te zoeken op hooggelegen uitzichtspunten want door het grijze weer is het mooie uitzicht toch beperkt. En als je mazzel hebt en de zon breekt even door tijdens een regenbui, krijgt die ene zonnestraal in het bos meteen iets magisch.
3. No such thing as bad weather…
Wil je het hele jaar door rijden, dan ontkom je er niet aan om te investeren in goede waterdichte en/of waterafstotende kleding. Een regenjack, lange regenbroek, waterdichte handschoenen en goede winterschoenen verhogen het rijplezier aanzienlijk. Kies voor kwaliteitsmerken want dan krijg je producten die niet alleen waterdicht zijn, maar ook goed ademen. In principe is een plastic vuilniszak prima waterdicht, maar als je daar een poor man’s poncho van maakt, dan zweet je binnen de kortste keren uit alle hoeken van je lichaam. Kortom, lees testen (bijvoorbeeld deze test over hardshell jacks) en vergelijk jacks niet alleen op waterdichtheid, maar vooral op ademend vermogen. Onze geheime tip: waterdichte sokken! Een andere tip die we van een lezer kregen was om bij minder koud weer niet met een (aan je benen plakkende) lange regenbroek te rijden, maar juist in een korte regenbroek en je benen in te smeren met vaseline. Dan loopt het water van je benen af en als het dan even droog wordt heb je niet zo’n ‘plakbroek’.
4. Pas je materiaal aan
Andere banden met meer profiel is een no-brainer voor herfsttoeren of winterse ritten, maar lees deze tips nog eens voor een aantal specifieke materiaalaanpassingen in het winterseizoen. Als aanvulling kregen we nog een tip om de hoge slijtage aan remblokken bij modderweer te verminderen door de bovenzijde van je remklauw dicht te tapen met ducttape zodat er minder vuil tussen de blokken en de remschijf komt.
5. Korte en krachtige ritten
Een regenachtige dag is niet het moment om afstandsrecords te breken of om onbekende trails te gaan verkennen. Kies een route die je kent waarbij je niet op een kaart of je GPS hoeft te kijken waar je bent. Bij een bekend rondje weet je ongeveer hoe lang je (nog) onderweg bent en dat maakt het rijden in de regen iets dragelijker. Bovendien kun je dan altijd nog beslissen om er nog een tweede rondje aan vast te knopen als het lekker gaat. Maar hou wel rekening met het volgende: hoe langer je rijdt, hoe groter de kans dat er ergens water langs een naadje naar binnen loopt… zelfs bij de duurste regenkleding! Natte onderkleding betekent dat de pret snel voorbij is want je koelt dan te snel af. O ja, en rij je vaste koffietentje onderweg voorbij. Eenmaal even droog gezeten en een beetje opgewarmd, heb je totaal geen trek meer om nog verder door de regen te ploeteren. Just keep riding!
6. Weer-apps zijn je vrienden
Kies een goede weer-app en bestudeer de buienradar nauwkeurig. Het regent zelden de hele dag dus timing is cruciaal. Bekijk de weersverwachtingen al een dag van te voren om het beste moment te kiezen. Rij je in de bergen, vraag dan de locals hoe snel het weer (in positieve of negatieve) zin kan omslaan. Je zult niet de eerste zijn die ontdekt dat het aan de ene kant van de berg mooi weer is en aan de andere kant sneeuwt.
7. Droge kleren mee
Ga je met de auto naar een trail toe, zorg dan in ieder geval dat je voor de terugweg droge kleren hebt. Rij je – zoals het hoort – met je bike naar de trailhead, dan is het misschien handig om in je rugzak drogen sokken en een droge base-layer (ondershirt) mee te nemen zodat je lijf tenminste niet koud wordt door het vocht.
8. Geniet er gewoon van
Wegglijden in modderige bochten, je voorwiel dat plotseling dwars gaat op een natte boomwortel, het bijna kinderlijke plezier van het rijden door diepe waterplassen. Wees eerlijk, dat is toch gewoon pure fun? En nog goed voor je rijtechniek ook omdat je beter leert aanvoelen wanneer je fiets begint te glijden of je banden grip verliezen. Bovendien kan het niet anders dan dat je een goed gevoel krijgt als je koud en doorweekt terugkomt uit het bos want je hebt de elementen verslagen! Je bent op de fiets blijven zitten, hebt de regen en storm getrotseerd en je bent toegetreden tot het selecte gezelschap van onverzettelijke bikers dat zich – in tegenstelling tot die hele grote groep mooiweerrijders – niet laat tegenhouden door een beetje water. Harden up!
Copyright foto: Wouter Roosenboom